Kennis over mijn hoogbegaafdheid hielp mij bij het maken van de grote keuzes in mijn leven
“Met een hoogleraar hoogbegaafdheid hoop ik dat er meer bekendheid komt over het onderwerp en wat het betekent voor mensen wanneer hun IQ in het 98e of 99e percentiel valt. Dat het meer geaccepteerd wordt dat er verschillen zitten in de cognitieve capaciteiten van mensen en dat ook de ‘hoogscorers’ zichzelf ten volle mogen ontplooien. En nee, dat hoeft niet per se met studies en titels want hoogbegaafd is niet hetzelfde als hoogopgeleid. Als er één vooroordeel is wat ik weg zou willen nemen is het dat.
Ik weet dat het woord hoogbegaafdheid bij veel mensen irritatie oproept en dat IQ-testen omstreden zijn. Juist daarom is meer informatie nodig, meer gegevens, meer kennis. Wij kunnen er ook niks aan doen dat we dit brein hebben gekregen. We kunnen wel wat hulp gebruiken om te ontdekken wat de positieve kanten ervan zijn en hoe we die kunnen inzetten.
Laat ik allereerst zeggen dat ik een goed leven heb en mijn dagen doorbreng met zelfgekozen zinvolle en zinloze bezigheden. Ik heb bewust geen kinderen. Ik ben eigen baas. Ik leef als 50-plusser in getrouwde harmonie. Een groot deel van mijn geluk komt voort uit weten waar ik wel en niet goed in ben. Die kennis komt deels door mijn leeftijd (je leeft langer, je leert meer) maar voor een groot deel omdat ik sinds m’n 23e weet dat ik hoogbegaafd ben.
Ik was niet gek, ik was anders. Daarom miste ik dus de aansluiting met de maatschappij die anderen wel leken te hebben. Dankzij lidmaatschap van Vereniging Mensa heb ik veel geleerd over hb’ers en hun eigenschappen en dus ook over mezelf. Dat hielp bij het maken van de grote keuzes in werk en leven. Die zelfkennis gun ik iedereen, hoe eerder in het leven hoe beter.
Ik heb mezelf leren lezen als vierjarige. Dat kon ik omdat ik naar de kleuterschool was geweest, zeiden mijn ouders. Zij vermoedden dat ik heel slim was, maar praatten daar niet over omdat opscheppen in hun wereld een doodzonde was. En dus modderde ik wat aan, niet begrijpend wat er mis wat met me. Wat als mijn 8-jarige al wist dat ze hb was? Ik mag graag denken dat ik dan geen onderpresteerder was geworden en veel eerder zelfacceptatie had gevonden. Dat ik wiskunde én taal had gekozen in plaats van wiskunde of taal. Dat ik op jonge leeftijd al wist dat ik bij vlagen veel prikkels nodig heb en bij vlagen juist niet. Het had vermoedelijk een hoop pesterijen gescheeld, maar dat weet ik niet. We weten zoveel niet. Laten we dat eens gaan onderzoeken.”
Karina Meerman
Oud-hoofdredacteur HiQ Mensa Magazine