In 2011 maakte Emmi Visser de documentaire “Gewoon Hoogbegaafd”. In de documentaire staan drie hoogbegaafde kinderen centraal: een 11-jarige die op een reguliere basisschool zit in combinatie met een plusklas; een 8-jarige die in een Leonardoklas zit; en een 6-jarige die thuisonderwijs krijgt na een dramatische schoolcarrière. Behalve de kinderen komen ook hun leerkrachten en ouders aan het woord. In de aflopen jaren is Gewoon Hoogbegaafd ruim 25.000 keer bekeken op Youtube, zie hier. Ruim vijf jaar later, 2017, maakt Emmi een vervolg op deze documentaire. Hoe gaat het nu met de kinderen uit de eerste documentaire? Ook worden nieuwe kinderen in beeld gebracht. Elk met een eigen verhaal en toch een belangrijke overeenkomst: ze zijn allemaal hoogbegaafd en dat heeft invloed op hun schoolcarrière. Net als de eerste documentaire geeft dit tweede deel geen oordeel, maar laat het wel zien dat hoogbegaafdheid meer is dan alleen goed kunnen leren.
Het Mensa Fonds heeft besloten een financiële bijdrage te verstrekken voor de vervolgdocumentaire.
Deze 65 minuten durende documentaire is inmiddels vervaardigd en is voor iedereen beschikbaar. Voor de video zie hier.
Emmi Visser heeft bij de lancering van de video diverse presentaties verzorgd en is in gesprek met de belangstellenden. Inmiddels, juni 2019, is de video ruim 11.000 keer bekeken. Het is duidelijk dat deze documentaires veel los maakt bij ouder, leerkrachten en de mensen zelf. Meer achtergrond info de documentaires vind je hier.
Hoogbegaafde kinderen verliezers in tombola
Op 20 januari vertoonde het Ketelhuis in samenwerking met het Mensa Fonds de documentaire Ongewoon Hoogbegaafd van Emmi Visser. Hoogbegaafdheid is geen luxe, zo blijkt eruit. Hoogbegaafde kinderen en hun ouders dreigen te verzuipen in het (onderwijs-)systeem of lopen er zelfs PTSS van op. Heeft Amsterdam daar een antwoord op? Carolien de Heer (PvdA), Dehlia Timman (D66), Anne Marttin (VVD) en Simion Blom (Groen Links) gingen het gesprek aan met ouders en kinderen.
Hoogbegaafd, knap lastig
Uit de documentaire van Emmi Visser blijkt dat hoogbegaafde kinderen en hun ouders tegen de nodige problemen, vooroordelen en uitdagingen aanlopen. Zo vertelt de moeder van Menno en zijn broertje hoe zij worstelt om het voor haar zoons zo belangrijke thuisonderwijs gefinancierd te krijgen. Haar oudste liep op de reguliere basisschool PTSS op. Bij de kinderen in de documentaire die nog wel naar een gewone school gaan, blijkt het succes vooral af te hangen van de bereidheid van school of zelfs van één leerkracht om met een specifieke aanpak te komen. Nog belangrijker zijn het uithoudingsvermogen en de betrokkenheid van de ouders.
Amsterdam, positieve uitzondering?
De politici schrikken van de problematiek in de documentaire. Ze roemen de wil van de Amsterdamse scholen en de financiële ondersteuning voor hoogbegaafde kinderen vanuit de gemeente. Toch vindt Simion Blom dat de toegankelijkheid van de steun te wensen overlaat. Niet elk hoogbegaafd kind heeft ouders die er zo keihard aan kunnen trekken als de ouders in de film. Carolien de Heer pleit voor passend aanbod op reguliere scholen, al moeten die dan wel de middelen en de tijd hebben om dat passende aanbod te bieden. Ze stelt voorts dat het extra gemeentegeld voor onderwijs vooral heeft geleid tot het versterken van de sterke punten van sterke leerkrachten. Kennis op het gebied van bijvoorbeeld HB wordt zo niet breder beschikbaar. Dehlia Timman bestrijdt dat. “Het geld is eerlijk verdeeld over de stad. Wij vonden het bel-angrijk dat scholen zelf mochten beslissen wat ze met geld wilden doen, waar ze in konden specialis-eren.” Ze zegt wel toe hoogbegaafdheid op de (onderwijs-)agenda te zetten.Blom stelt: “Wij kunnen scholen niet verplichten, maar wel leiderschap tonen.”
Hoogbegaafde kinderen verliezers in tombola
De ouders in de zaal doen qua betrokkenheid niet onder voor die in de documentaire. Een stel met twee hoogbegaafde dochters verhuisde zelfs naar Amsterdam voor HB basisonderwijs. Of hun oudste straks op een middelbare school terechtkomt die daarop aansluit, is met het tombola-systeem nog maar de vraag. Dehlia Timman geeft toe dat het systeem niet goed genoeg werkt voor hoogbegaafde kinderen. Ze zegt er ook naar te willen kijken, want hoewel de scholen zelf beslissen hoe en wie ze toelaten, kan de gemeenteraad daar wel wat van vinden.
Hulp niet toegankelijk genoeg
Anna Marttin is naast kandidaat gemeenteraadslid ook conrector van een tweetalig VWO met veel hoogbegaafde leerlingen. Ze begrijpt als geen ander dat HB problemen kan opleveren en hoe moeilijk het is om de juiste hulp te krijgen. Uit de zaal wordt gevraagd om maatwerk: “Er is zo veel geld beschikbaar wat niet wordt gebruikt. Ouders krijgen bij gemeentes geen gehoor, bij scholen niet, soms zelfs niet bij een onderwijsconsulent.” Een moeder meldt: “Ik wil geen pitbull zijn. Alle deuren zouden open moeten staan voor onze kinderen.”
Haal alles uit hoogbegaafde leerlingen
En ook Marttin vindt ook dat zo’n andere kijk op HB nodig is. Op scholen, in de GGZ, op de PABO’s en in de hele maatschappij. Dat beaamt ook Timman: “We leven in een cultuur van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Lastig, als je niet gewoon bent. Hoogbegaafdheid moet bespreekbaar worden.” Want, zoals Grethe van Geffen, voorzitter van het Mensa Fonds, zo treffend stelt; “Als een kind voetbal-talent heeft, vinden we het heel normaal om daar alles uit te halen. Dat zou ook voor hoogbegaafdheid zo moeten zijn.